6.1 Ontmoeting
De vrouw met de witte poes (050619)
Het terras bij Van der Valk zit bomvol. Ik zet mijn fiets neer. Het terras is bijna volledig bezet. Er is nog maar één tafeltje vrij in de zon. Ik neem plaats. Aan het tafeltje naast mij zit een vrouw. Ik bestel een rode wijn met nootjes. De vrouw is verdiept in haar mobiel. Zij stuurt kennelijk berichtjes. De vrouw bestelt twee tosti’s ham-kaas met ketchup. Op het terras loopt een rood katje. De vrouw roept de kat. De kat reageert en laat zich door de vrouw strelen. Mijn glas rode wijn met nootjes worden bezorgd. De tosti’s worden bij de buurvrouw afgeleverd. De vrouw bestrijkt de tosti’s met ketchup. De avondzon schijnt en ik koester mij in de zon. Ik heb mijn trui uitgedaan. Opnieuw komt de kat langs. De vrouw vraagt mij of ik van poezen houd. Ik zeg dat ik er geen liefhebber ben, maar het leuk vindt om te kijken hoe de poes contact maakt. De vrouw vertelt dat zij zelf een poes heeft. Haar poes is van een zeldzaam ras. Hij kost wel 600 Euro. Hij komt nooit buiten, want hij kan zomaar worden gestolen. De vrouw eet haar tosti’s op. Daarna bestelt zij een taartje met een warme choco met veel slagroom. Ondertussen steekt zij een nieuwe sigaret op van het merk Gauloises. Op de verpakking staan doodsbedreigingen. Ik bestel een tweede glas wijn en knabbel verder aan mijn nootjes. Zij vertelt mij, dat zij ziek is: reuma, chronische gewrichtspijn. Ik vraag of zij met deze ziekte een opleiding heeft kunnen volgen. Zij is opgeleid als juriste bij de universiteit in Groningen. Privaatrecht. Daarna ging zij de sociale advocatuur in: vreselijke werkdruk. Uiteindelijk kreeg zij een baan bij Duo. Afhandelen van bezwaarschriften. Vervolgens werd zij ziek. Ik vraag of de ziekte progressief is. Dat is niet bekend. Haar ziekte is psychisch. Volgens de reumatoloog is zij een geval van SOLK. Zij vraagt of ik weet wat SOLK is. Somatisch Onverklaarbare Lichamelijk Klachten, zeg ik.
Haar vader is arts, een workaholic. Hij is met pensioen, maar werkt nog vier dagen per week als invaller. Haar zus is een succesvolle advocaat aan de Zuidas.
De lucht betrekt. Ik trek mijn trui aan. De zon komt weer terug, maar ik zit nu op een schaduwplek. Ik schuif aan mijn eigen tafel een stoel op. Het gesprek wordt gecontinueerd. Zij informeert naar mijn bezigheden. Ik vertel over mijn interesse in complexe problemen, zoals het vinden van een herbestemming voor cultureel erfgoed, dat lange tijd leegstaat.
Ik ben zelf een complex probleem, zegt de vrouw. Zij heeft een ‘DSM’ en is erkend als psychiatrisch probleem. Voor haar werk werd zij ongeschikt. Vorig jaar werd zij ineens volledig afgekeurd. Er ontstond een rel. Het UWV had grote achterstand in het afhandelen van zaken. Klanten van het UWV kregen een telefoontje van een hulpkracht. Het gesprek met de hulpkracht van het UWV was kort en krachtig. Zij vertelde aan de hulpkracht over de combinatie van reuma en psychische klachten. De tijdelijke kracht wist genoeg. Zij werd acuut voor de rest van haar leven afgekeurd. Met een pennenstreek was haar lot bezegeld. Het UWV zal haar nooit meer lastig vallen. Haar dossier is opgeschoond. Het UWV kreeg een reprimande van de politiek, maar de eenmaal genomen beslissingen worden nooit meer teruggedraaid.
Een paar dagen geleden werd zij opgenomen. Crisis. Vroeger waren er deskundige mensen bij de telefonische hulpdienst. De crisisdienst in de avonduren is onderbezet en wordt bemand met hulp met ondeskundige mensen.
Voor vannacht heeft zij een hotelkamer geboekt. Zij woont in de binnenstad en is met de bus gekomen. De afstand is een halte verder. In haar huis heeft zij geen ligbad. Het ligbad helpt tegen de pijn. Daarom permitteert zij zich af en toe de luxe van een dure hotelkamer.
De afgelopen jaren heeft zij allerlei therapieën gevolgd: haptonomie, psychoanalyse, schematherapie, mindfulness, cognitieve gedragstherapie, Commitment Acceptance Therapie. CAT gaat uit van een positief mensbeeld. In geval van stress knijpt zij in een gele bal.
De vrouw heeft baat bij haptonomie. Als zijn spanning in haar lijf voelt knijpt zij in een stress bal. De gele bal draagt zij altijd bij zich. Deze bal om in te knijpen geeft haar veiligheid. Ook de mobiele telefoon is belangrijk. Hij is zorgvuldig opgeborgen in een gedecoreerd hoesje, maar altijd veilig binnen handbereik.
Ik vertel haar over complexe problemen. Juridisering en medicalisering versterken een complex probleem en bieden geen structurele oplossing.
Het gesprek was niet gebonden aan tijd. Op een gegeven moment vraag ik haar hoe laat het is. Het is 7 uur in de avond. Soms komt er de zon nog even achter een wolkendek tevoorschijn.
Die avond hingen er merkwaardige, surrealistische wolken in een lichtblauwe lucht. Ik voel verbinding met de natuur. De veranderende stand van de zon zorgt voor mijn ruimtelijke positie wijziging. Ik schuif een stoel op om nog wat licht op te vangen. Na een tijd ligt ook deze plek in de schaduw. De vrouw nodigt me uit om naast haar plaats te nemen aan haar tafel. Mijn gedachten dwalen af. Murakami geeft altijd beschrijvingen van de natuur. Klassieke muziek is een vast gespreksonderwerp. In de boeken van Murakami gebeurt niets, maar tegelijkertijd gebeurt er in fenomenologische, existentiële en hermeneutische zin heel veel. Ik kan na mijn pensionering voor het eerst weer romans lezen en af en toe gedichten.
Regelmatig valt er een stilte in het gesprek. De stilte is niet storend. Stilte is nonverbale communicatie. Het is voldoende om te zijn. Een goed gesprek is tijdloos. Being. Aanwezig zijn is voldoende.
De vrouw heeft vorig jaar een peperdure therapie gevolgd in een luxe ressort op de Veluwe. Om af te kicken van haar medicijnverslaving. Hier werd een goeroe ingevlogen, die moest zorgen voor de grote verlossing. Het effect was desastreus: de helft van de deelnemers aan deze supertherapie kreeg conversie verschijnselen en was niet meer in staat te lopen of te bewegen.
Zij heeft 15 jaar geleden een eigen flatje gekocht. Van haar geld. Haar appartement is gemakkelijk te verkopen. Een makelaar kwam aan de deur en bood 190.000 Euro. De dollartekens stonden in zijn ogen.
Het contact met haar vader is moeizaam. Haar vader is rechts. Volgens haar moeder is haar vader weliswaar rechts, maar iemand met een sterk sociaal gevoel. Haar vader is de oprichter van een nieuw hospice. Zij is opgegroeid in weelde. Eigenlijk wilde zij nooit rechten studeren, maar de studie verliep het eerste jaar vlot en ook de rest ging probleemloos. De studiekeuze was de wens van haar vader. Volgens haar vader is geld verdienen het hoofddoel in het leven. Haar vader komt uit een Fries dorp aan een meer. Hier heeft hij een kapitaal zomerverblijf laten bouwen. Haar zus verdient bakkenvol geld aan de Zuid-As in Amsterdam. Haar vader is workaholic. Hij is met pensioen, maar werkt nog vier dagen per week als invaller. Samen met zijn vrouw loopt hij lange afstanden, momenteel een route naar Basel in Zwitserland. Als zij medicijnen nodig heeft tegen de pijn komt hij het lopend brengen: 25 kilometer is een peulenschil voor hem.
Mijn vader had altijd tijd en aandacht voor zijn patiënten, vertelt de vrouw.
Zelf doet zij vrijwilligerswerk. Zij ondersteunt mensen in de WMO door juridisch advies te geven en bezwaarschriften op te stellen. Het is een vrijwilligersorganisatie, die ooit is opgericht door ouders met een schizofreen kind. Haar inkomen is laag, maar zij kan ervan rondkomen.
De zon gaat onder in het Oosten. Ik zit nu in de schaduw. Zij nodigt mij uit om naast haar plaats te nemen. We zitten rustig in de zon. Ik vraag of zij gespannen is. Vertel haar iets over Feldenkrais. Een haptonomie behandeling kost 80 Euro per sessie; de verzekering betaalt slechts de helft.
Zij bestelt nog een cola, ik een cappuccino. Ik laat deze drankjes op mijn rekening zetten. Zij rookt nog een laatste sigaret. We gaan naar binnen om af te rekenen. Zij bedankt me voor het drankje. Zij geniet van cabaret. Zij is verslaafd aan medicijnen en moet eigenlijk afkicken. Zij drinkt geen alcohol en gebruikt geen drugs. Lopen en fietsen gaat wel. Zij heeft hulp van de Thuiszorg. Vroeger was zij zelf Alfahulp als studentenbaantje. Haar ouders drongen erop aan, dat zij lid zou worden van de studentenvereniging. Haar zus heeft zich destijds wel aangesloten. Ik zie dat haar bovengebit ontbreekt. Op haar mobiel laat zij haar grote witte poes zien. Een monster van 8 kilo. Voor andere mensen is haar poes aardig. Maar de poes heeft haar vader onlangs een flinke kras bezorgd met haar scherpe nagels.
‘Ieder gezin heeft zijn kruis’, zegt de vrouw terloops. Het klinkt fatalistisch.
De vrouw schrijft anoniem stukjes in de daklozenkrant. Het zijn schrijnende verhalen over haar ervaringen met zorginstanties.
De vrouw heeft een abonnement op een soort Netflix. Zij kan op haar hotelkamer inloggen. Dan kan zij onbeperkt naar oude cabaret voorstellingen kijken.
Overmorgen wordt het warm. De vrouw anticipeert hierop. Bij 30 graden is haar appartement te heet, omdat aan alle kanten ramen zitten. De zon gaat onder. De vrouw krijgt het koud. Zij doet een sjaal om haar nek. Nog een drankje. Dat laat ik op mijn rekening plaatsen. Het gesprek ontvouwt zich en krijgt vanzelf een natuurlijk einde.
Ik loop met haar mee naar binnen om af te rekenen. We lopen naar de uitgang. Ik geef haar complimenten, benoem haar competenties en spreek mijn waardering uit voor haar maatschappelijke inzet. Haar situatie is perspectiefvol, in tegenstelling tot de meeste WMO cliënten. Zij heeft geen schulden en krijgt steun van haar ouders. Bij het afscheid adviseer ik haar te genieten van activiteiten, die geen geld kosten. Gratis koffiedrinken bij de Jumbo of bij IKEA. Wandelen, fietsen. Contact maken met de natuur. Ik adviseer haar veel te schrijven: dagboeken, teksten voor cabaret, anonieme bijdragen voor de daklozenkrant, experimenteren met poëzie. Zij is een fan van Youp van ’t Hek en van Sara Kroos. Youp wordt de laatste tijd na al die bypasses minder grof, zegt zij. Meer beschouwend, zeg ik.
Ik krijg een hand. Zij stelt zich voor. Haar naam is Gerbrig, een mooie Friese naam. Ik blijf anoniem en wens haar een fijn verblijf.
Verder met: Reflectie