8. Microscopisch veldonderzoek

Jeff Bezemer is als hoogleraar werkzaam bij het Institute of Education, Communication, Culture and Media in Londen. Hij verricht al jaren onderzoek in operatiekamers van ziekenhuizen. Hier maakt hij video opnames van het gedrag en de interactie van de medisch specialisten, verpleegkundigen, patiënten en artsen in opleiding. 

Zijn vader is een bedrijfskundig ingenieur, die als consultant in bedrijven onderzoek heeft gedaan naar productieprocessen. Zijn advieswerk richt zich op innovatie. Tijdens de productie ontstaan niet alleen technische problemen, maar ook problemen in de samenwerking en communicatie. De positie van de oudere werknemer heeft zijn speciale aandacht. In veel bedrijven groeien werkgever en oudere werknemers uit elkaar. Een oplossing kan zijn om in bedrijven te werken met het TWINN concept: twee (of meer) oudere werknemers worden ingeschakeld als mede-onderzoeker om knelpunten in het productieproces op te sporen en mee te denken over continue verbetering. 

Vader Peter Bezemer is enkele jaren geleden getroffen door een herseninfarct. Gelukkig kan hij weer zelfstandig functioneren. Epileptische aanvallen doen zich niet meer voor dankzij goede medicatie. Hij heeft problemen met de waarneming. Het vertalen van visuele beelden in betekenisvolle patronen kost hem veel inspanning. Dit belemmert hem bij de deelname aan het verkeer als wandelaar of fietser. Autorijden is niet meer mogelijk. 

Zijn liefhebberij is bierbrouwen. Hij heeft op de begane grond van zijn huis een kroeg nagebouwd, die veel gebruikt wordt door buurtbewoners en een belangrijke functie vervult. 

De moeder van Jeff is sportmasseur. Zij richt zich op de interactie en communicatie met clienten, uitgaande van het concept van ‘embodied cognition’.

Vader Bezemer wil graag zijn visie op innovatie en Human Resources Development als kennis vastleggen en toegankelijk maken. Zijn ‘tacit knowledge’ vraagt om explicatie (Polanyi). Zijn praktijkverhalen zijn belang en kunnen gebruikt worden als leerzame incidenten.

Jeff Bezemer heeft in Nederland sociale wetenschappen gestudeerd en is hier gepromoveerd. 

Zijn theorie is gebaseerd op het symbolisch interactionisme (Goffman) en semiotiek. 

Als onderzoeksmethoden maakt hij gebruik van inzichten uit ‘naturalistic inquiry’, Grounded Theory, semiotiek, taalkunde, etnografie (culturele antropologie) en symbolisch interactionisme. Combinatie van kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden. Professionals in het ziekenhuis nodigt hij graag uit om als mede-onderzoeker (co-researcher) bijdragen te leveren. 

Video opnames maken het mogelijk op micro niveau observaties uit te voeren in de operatiekamer van chirurgen. Voorafgaande aan de opnames maakt hij eerst persoonlijk kennis met alle betrokkenen en vraagt hun toestemming en medewerking. 

Zijn opname technieken zijn steeds verbeterd. Hij werkt met camera’s vanuit verschillende gezichtspunten en maakt gebruik van kleine microfoons om de conversaties in de operatiekamer vast te leggen (recording). Video opnames zijn relatief goedkoop. De opname kwaliteit is de laatste jaren sterk verbeterd. 

De video opnames worden aan de deelnemende professionals getoond en besproken. De verschillen in perceptie, interpretatie en verschillende meningen en opvattingen zijn belangrijk onderzoeksmateriaal. Het onderzoek levert nieuwe concepten op (sensitizing concepts)

De resultaten van zijn onderzoek gebruikt hij in de opleiding van medisch specialisten. Deze manier van kijken is in de medische wereld onbekend. Iedere medische professional (specialist, verpleegkundige) heeft een unieke stijl van werken (N=1). 

De resultaten van zijn onderzoek zijn van belang voor risico- en veiligheidsmanagement. Risico- en veiligheidsmanagement worden sterk bepaald door de organisatiecultuur (Patrick Hudson, Weick)

Aan de hand van het model van metacompetenties/CanMeds kunnen zijn onderzoeksgegevens worden gestructureerd. Zijn onderzoek richt zich vooral op de onderstroom (EQ), bestaande uit het psychologisch, sociaal en cultureel kapitaal. De competenties van de medische professionals zijn unieke ‘human resources’. Door deze ‘tacit knowledge’ expliciet te maken (SECI model) wordt een deel van deze persoonlijke kennis transparant en bruikbaar voor educatie en consultancy.

In systeem termen:

Bovenstroom (IQ)

INPUT

 

Innovatief kapitaal

 

Intellectueel kapitaal: discussie, argumentaties

 

 

Operationeel kapitaal: technisch productieproces

OUTPUT & OUTCOME

 

Beslissingen, besluiten, keuzes

 

Medisch-technische resultaten

 

 

Onderstroom (EQ)

INPUT

Psychologisch kapitaal

Sociaal kapitaal

Cultureel kapitaal

OUTPUT & OUTCOME

 

Betekenisverlening

 

Constructie van de professionele identiteit

 

Constructie van een sociale realiteit

 

Observatie issues

 

INPUT

Ø  Fysieke omgevingsfactoren: temperatuur, geluiden (vb. muziek op de operatiekamer), hygiëne 

Ø  N=1. Persoonsgebonden lijfelijke mogelijkheden (vb. de medisch specialist kan met zijn rechterhand beter ‘voelen’ dan met de linkerhand), lichaamslengte (ooghoogte). Het eigen lijf is altijd in beweging en asymmetrisch (zie Feldenkrais)

PSYCHOLOGISCH KAPITAAL: Embodied cognition

Ø  Energie, conditie, vitaliteit (levenstekens)

Ø  Fysieke basisbehoeften (eten, drinken, slapen, seks)

Ø  Lichaamshouding als non verbale communicatie (posture; positioneren van het lichaam), enactment; lichaam positioneren, opstellingen (constellations)

Ø  Zintuigen: zien (visueel), horen (auditief), voelen (medisch instrumentarium zoals een scalpel als verlengde van het eigen lijf), ruiken, proeven

Ø  Motoriek: staan, liggen, zitten, bewegingen maken 

Ø  Senso-motorische coordinatie: aanreiken van medische instrumenten (interactie tussen de specialist en de operatie verpleegkundige; vb. stuntelig gedrag van arts in opleiding

Ø  Percepties: waarnemingsverschillen

Ø  Emoties

Ø  Stressfactoren

Ø  Interpretatieverschillen over cognities (gebeurtenis, gevoelens, gedachten, gedrag en gevolgen) 

Ø  Anticiperend gedrag, pro-actief reageren op non-verbale signalen en ‘utterances’

Ø  Snelle lichamelijke beslissingen nemen (split seconds)

Ø  Aandacht, focus, concentratie (mindfulness)

Ø   

 

 

SOCIAAL KAPITAAL

Ø  Machtsrelaties: specialist, verpleegkundige, arts in opleiding, patient

Ø  Functionele-instrumentele relaties: zakelijk en technisch functioneren; opdrachten uitvoeren

Ø  Samenwerking (cooperatie) als relatie definitie

Ø  Co-constructie, co-creatie; onderzoekspartners

Ø  Ervaring in samenwerking: teamvorming, ingespeeld zijn op elkaar

Ø   

 

CULTUREEL KAPITAAL: etnografisch onderzoek

Ø  Affordance: uitnodigen, stimuleren van interactie en communicatie

Ø  Taalgebruik (Engels, buitenlandse taal, Londens accent, dialect, interculturele communicatie)

Ø  Gebarentaal (gestures), aanwijzen (pointing)

Ø  Uitingen (gromgeluiden): bevestiging/acceptatie, verwerping of negeren van een boodschap

Ø  Visualisaties (beelden, diagrammen, tekeningen, foto’s): begrijpen, patroon herkenning

Ø  Gebruik van media

Ø   

 

 

OPERATIONEEL KAPITAAL

Ø  Medische onderzoekstechnieken (vb. laparascopie)

Ø  Medische technieken: snijden met een scalpel, verbinden, wond dichtnaaien/draden vastknopen

Ø  Onderzoeksmethoden en technieken naar samenwerking en communicatie: video opnames, participerende observatie, expert meetings/panel discussie/dialoog, 

INTELLECTUEEL KAPITAAL

Videomateriaal transcriberen