z.1. Vragen over vragen
Zes vragen over zes vragen
Aangezien dit nieuwe epistemologische kader hier het object van ontwikkeling en onderzoek is, ontstaat er als eerste stap een interessante fractaalwerking: het toepassen van deze zes vragen op het toepassen van deze zes vragen!
Daartoe komen achtereenvolgens aan de orde:
- De ultimate waarom-vraag: vanwaar de noodzaak voor een nieuw epistemologisch kader?
- De proximale hoe-vraag: wat is het verschil (met het oude kader) dat het verschil maakt?
- De fylogenetische ontwikkelingsvraag: wat is de historie van dit nieuwe kader in epistemologische zin?
- De ontogenenetische ontwikkelingsvraag: hoe is dit nieuwe kader binnen dit onderzoek ontstaan?
- De mechanistische vraag: hoe werkt het nieuwe kader?
- De adaptieve belang-vraag: hoe draagt het nieuwe kader bij aan de 'fitness' van dit onderzoek?
Meer weten? Zie Inleiding