AHMAS

Thema.A.Metacompetentiegedachte

• A. Inleidend kader
  • Inleiding
  • 1. Aanleiding, legitimatie etc.
  • 1.1 Aanleiding
  • 1.2 Wetensch.legitimatie
  • 1.2.1 Keten van wisselwerkingen
  • 1.2.1.1 Wisselwerking 1
  • 1.2.1.2 Wisselwerking 2
  • 1.2.1.3 Wisselwerking 3
  • 1.2.1.4 Wisselwerking 4
  • 1.2.1.5 Wisselwerking 5
  • 1.2.1.6 Wisselwerking 6
  • 1.3 Doelstellingen
  • 1.4 Onderzoeksstrategie
  • 1.4.1 Werkdefinities
  • 1.4.1.1 Competentie
  • 1.4.1.2 Metacompetenties
  • 1.4.1.3 Creatieve mindset
  • 1.4.1.4 Kenniswerker
  • 1.4.2 Onderscheid niveaus
  • 1.4.3 Hypothesegenererend
  • 1.4.4 Besturingskader
  • 1.4.4.1 Besturingsfilosofie
  • 1.4.4.2 Besturend orgaan
  • 1.4.4.3 Bestuurd systeem
  • 1.5 Opbouw
  • 2. Methode
  • 2.1 Methodestrategie
  • 2.1.1 First grasp
  • 2.1.2 Global inspection
  • 2.1.3 Inspection of detail
  • 2.1.4 Deeper understanding
  • 2.1.4.1 PM Epistemologie
  • 2.1.4.2 PM Verklaringsmodel
  • 2.1.4.3 PM Toepassingen
  • 2.1.5 Herm.actieplan
  • 2.2 Theoretisch kader
  • 2.2.1 UP.pragmatisme
  • 2.2.2 Evolutiepsychologie
  • 2.2.3 UP systeemtheorie
  • 2.3 Operationalisatie
  • 2.3.1 Fundamentele vragen
  • 2.3.2 Bricoleren
  • 2.4 Conceptualisatie
  • 2.5 Bouwstenen
  • 3. Eerste reflecties
  • 3.1 Wetenschapsvisie
  • 3.2 Driewereld-theorie
  • 3.3 Fractaalwerking
  • 3.4 Modulariteit
  • 3.5 Architectuur
  • 3.6 Basisposities
  • 3.7 Twee denkrichtingen
  • 3.8 Praktijk
  • 3.8.1 HRD
  • 3.8.2 Dienstensector
  • 4. Man.samenvatting.
  • 5. Casus: Kansen
  • 6. Glossarium
• B. Verklaringsmodel
• C. Hypothesen
• D. Kritische beschouwing
• E. Toepassingen MCG
• G. Algehele discussie

2.1.4.2 PM Verklaringsmodel

De creatieve mindset van kenniswerkers integreert diverse manieren van denken (zijn, worden en laten ontstaan) en dat vereist een nieuw verklaringsmodel. Aandachtspunten daarbij zijn: 

• Het metacompetentie-denken omvat een zorgvuldige doordenking van een complexe situatie vanuit verschillende invalshoeken. Deze doordenking leidt tot het opsporen van knelpunten, fricties, dilemma’s en paradoxen en tot ordening hiervan
• Ontwerpend onderzoek start met het expliciteren van de persoonlijke (‘tacit’) knowledge van de deelnemende actoren (Polanyi). Dit vindt ‘in vivo’ plaats
• Kenniskunstenaars maken 'mooie' (esthetische) producten; dit zijn materiele of immateriële artefacten
• Producten zijn het resultaat van kennis delen en kenniscreatie
• Een creatieve professional zoekt voor complexe problemen oplossingen door buiten het bestaande kader te treden. Hij maakt gebruik van abductie
• Met behulp van Design Thinking wordt gezocht naar een hefboom die het totale systeem kan veranderen
• De output bestaat uit een inventieve of creatieve oplossing. Dit leidt tot het treffen van passende van maatregelen
• Creatieve oplossingen genereren nieuwe mogelijkheid; elke uitkomst (output) heeft onvoorziene neveneffecten (outcome, impact). 
• Dienstverlening (service) of ondersteuning aan de creatieve professional kan worden geboden in de vorm van coaching 
• De coach fungeert als spiegel (mirror), schaduw (‘shadow’) of klankbord (‘resoneren’). Een coach de mindset van de creatieve professional te begrijpen (understanding, mindreading). Hierbij speelt zijn eigen referentiekader een rol. 
• Argyris & Schön adviseren een coach-onderzoeker om per sessie tevens te reflecteren op zijn eigen vragen, aarzelingen, gevoelens en gedachten. Deze reflecties kunnen op een ‘linker bladzijde’ worden bijgehouden als persoonlijke reflecties.
• Kenniskunstenaars vormen een Community of Practice
• Organiseren ontstaat uit interacties tussen actoren. Al werkend en informeel lerend ontstaat een corporate curriculum en daarmee structuur.
  

Meer weten? Zie Deeper understanding