1.1 Aanleiding
De aanleiding tot het onderzoek waren enkele opmerkelijke bevindingen op basis van de literatuur over innovatie in het algemeen en over de creatieve mindset van kenniswerkers in het bijzonder. Dit leeswerk leidde tot enkele eerste, gewaagde gedachten, zoals:
- Er klinkt een steeds luidere roep om innovatie, maar de bijbehorende maatschappelijke transities lopen steeds vaker vast.
- De mindset van alle betrokkenen, maar met name de professionals die dit soort transities in goede banen zouden moeten leiden, de kenniswerkers en veranderingsmanagers, zijn sterk beheersingsgeorienteerd en daarmee niet of weinig gericht op het vinden van innovatieve oplossingen.
- Er zijn dus, gezien de VUCA-context van kenniswerkers, ‘goede’ en ‘foute’ mindsets denkbaar voor kenniswerkers.
Met het rijzen van dit soort gedachten ontstonden ook de nodige vragen, zoals:
- Hoe werkt een creatieve mindset eigenlijk en in hoeverre wijkt die af van de klassieke manier van probleemoplssen, de zogenaamde weteschappelijke methode?
- In hoeverre is een dergelijke creatieve mindset 'leer- of ontwikkelbaar'?
- Welke rol speelt de sociale omgeving (met name in termen van Communities of Practice) daarbij?
Nader literatuuronderzoek wees uit:
- Er is geen huidige, wetenschappelijke verklaring voor het fenomeen creatieve mindset
- Er is, voor zo ver ons bekend, zelfs geen wetenschappelijk onderzoeksmodel om daartoe te komen.
Daarmee werd bij de onderzoeksgroep, bestaande uit Frits Meijering, Ingrid ten Have, Jacqueline Sibbes, Bob van LImburg en Harry van de Wiel, de wetenschappelijke nieuwsgierigheid gewekt. Die nieuwsgierigheid werd destijds nog versterkt door maatschappelijke ontwikkelingen. Zo groeide in praktijkdomeinen als zorg en onderwijs het besef dat traditionele hulpmiddelen als richtlijnen en protocollen en de overkoepelende 'professionele bureaucratie' steeds vaker van lust tot last verwerden. Vanuit de ethiek werd, onder invloed van de almaar toenemende en vooral dramatisch-ecologische impact van de mens, steeds verdergaande vragen gesteld over de klassieke wetenschappelijke methode als leidraad voor humanistisch principes. Hoezo vooruitgang? Kortom, hier was sprake van een wetenschappelijke missie! Die wetenschappelijke missie richtte zich in eerste instantie op twee verschillende niveaus van het onderwerp creatieve mindset:
- Inhoudelijk: Zou inzicht in het waarom van een creatieve mindset bij kenniswerkers licht kunnen werpen op het hoe van de wijze waarop creatieve probleemoplossers tewerk gaan? Immers, vorm volgt functie!
- Methodisch: Welke verandering in wetenschapsperspectief is nodig om de inhoudelijke vraag te kunnen beantwoorden en daarmee de bestaande impasse te doorbreken?
De startvragen bij dit onderzoek waren daarmee divers, enerzijds wetenschapsfilosofisch, anderzijds (sociaal) psychologisch van aard. Aangezien voor het beantwoorden van de inhoudelijke vraag eerste de methodische vraag moest worden beantwoord, werd besloten om als eerste de keuze voor een passend wetenschapsfilosofisch kader te kiezen. Onderstaande figuur diende daarbij als leidraad.
De gedachtegang daarbij was dat de huidige impasse inzake innovatie en maatschappelijke transitie werd veroorzaakt door twee hoofdfactoren i.c. een omissie en een fout.
- De omissie was het gevolg van een reductionistische denkwijze; vrijwel nooit werd rekening gehouden met emergentie als fundamenteel principe
- De fout was het gevolg van een verkeerde toepassing van het emergentisme, voorzover dat al gebeurde. Zo worden in de toepassing van het bio-psycho-sociale model (Engel) in de geneeskunde de inhoudelijke factoren primair als 'losse elementen' beschouwd. Deze elementen worden weliswaar verdisconteerd, maar vooral door ze als het ware bij elkaar op te tellen. Er wordt vrijwel nooit het primaat gelegd bij de onderlinge relaties, laat staan op hun (generatieve) interacties.
Door deze combinatie van omissie en fout blijt men de oplossing voor complexe problemen primair reductionistisch benaderen i.p.v. te denken in termen van Complex Adaptieve Systemen. Dat is jammer want juist kenniswerkers zouden in het kader van innovatie tenminste ook moeten beschikken over de creatieve mindset van de kenniskunstenaar (van de Wiel, 2010).
Meer weten? Zie Aanleiding, legitimatie etc.