1.4.2 Onderscheid niveaus
De tweede strategische keuze richtte zich op de twee verschillende niveaus van het onderwerp 'de creatieve mindset van kenniswerkers':
- Inhoudelijk: zou inzicht in het waarom van een creatieve mindset inzicht kunnen bieden in de wijze waarop innovatie plaatsvindt?
- Methodisch: welk wetenschapsperspectief is nodig om de inhoudelijke vraag te kunnen beantwoorden?
De gedachtegang daarbij was dat de huidige impasse inzake innovatie en maatschappelijke transitie werd veroorzaakt door twee hoofdfactoren i.c. een omissie en een fout.
- De omissie was het gevolg van een reductionistische denkwijze; vrijwel nooit werd rekening gehouden met emergentie als fundamenteel principe
- De fout was het gevolg van een verkeerde toepassing van het emergentisme, voorzover dat al gebeurde. Zo worden in de toepassing van het bio-psycho-sociale model (Engel) in de geneeskunde de inhoudelijke factoren primair als 'losse elementen' beschouwd. Deze elementen worden weliswaar verdisconteerd, maar vooral door ze als het ware bij elkaar op te tellen. Er wordt vrijwel nooit het primaat gelegd bij de onderlinge relaties, laat staan op hun (generatieve) interacties.
Kortom, deze nieuwe wetenschappelijke zienswijze op besluitvorming zou wel eens interessante en verstrekkende gevolgen kunnen hebben op de wetenschap zelf.
Door deze combinatie van omissie en fout blijt men de oplossing voor complexe problemen primair reductionistisch benaderen i.p.v. te denken in termen van Complex Adaptieve Systemen. Dat is jammer want juist kenniswerkers zouden in het kader van innovatie tenminste ook moeten beschikken over de creatieve mindset van de kenniskunstenaar (van de Wiel, 2010).
Aangezien voor het beantwoorden van de inhoudelijke vraag eerste de methodische vraag moest worden beantwoord, en indachtig Einsteins (1963) adagium ‘It is the theory that decides what we can observe’, werd besloten om als eerste een passend theoretisch en wetenschapsfilosofisch kader te kiezen. Doorgaans wordt dan een zoektocht door de literatuur ondernomen tot een kader wordt aangetroffen waarmee affiniteit wordt ervaren. In dit geval was dat niet de klassieke persoonlijkheidsleer, maar de evolutiepsychologie.
Leidraad daarbij was de notie dat de huidige impasse in de psychologie over een creatieve mindset juist werd veroorzaakt door een analytische benadering van emergente fenomenen als innovatie en creativiteit.
Meer weten? Zie Onderzoeksstrategie